Begroting 2019

menu

Ontwikkeling van de kengetallen

Op basis van de kengetallen uit de begroting 2019 en de meerjarenraming, zien we de volgende ontwikkelingen in de komende jaren.

  1. De netto schuldquotes mét en zonder correctie voor doorgeleende gelden blijven naar verwachting de komende jaren ongeveer op hetzelfde niveau. De gemeente lost af op de door haar afgesloten geldleningen maar sluit ook nieuwe leningen af om investeringen mogelijk te maken. Hierdoor stijgt de schuldquote naar verwachting in 2021.

  2. De solvabiliteitsratio blijft de komende jaren stabiel rond 25%. Met name als gevolg van de aflossingen op de leningenportefeuille. Ten opzichte van 2015 en 2016 is de ratio wel gedaald. De afname van de solvabiliteit komt door de omzetting van de egalisatiereserves voor riolering en afval in voorzieningen. Bij de berekening van de solvabiliteit houden we overigens geen rekening met de begrotingsresultaten in 2019-2022 (zowel positief als negatief).

  3. Het kengetal grondexploitatie is momenteel op een erg laag niveau. Reden hiervan is dat door grondverkopen de boekwaarde laag is. Door aankopen die (naar verwachting) in 2021 en later plaatsvinden stijgt de boekwaarde weer en daarmee ook het kengetal.

  4. Op het moment dat tegenover structurele lasten incidentele baten staan, ontstaat er op enig moment een probleem in de begroting. Het kengetal structurele exploitatieruimte laat zien of dit het geval is. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. Een negatief percentage betekent dat structurele lasten deels uit incidentele baten worden gedekt. Voor 2019 en 2020 is het kengetal berekend op -1% (categorie C). In 2021 is het 0%. Pas in 2022 is er sprake van een postief kengetal. Met andere woorden dan ontstaat er structurele ruimte in de exploitatiebegroting. Dat het kengetal pas in 2022 positief is, is een zorgelijke ontwikkeling.

  5. Voor de lokale lasten is het kengetal belastingcapaciteit voorgeschreven. Het laat zien hoe de belastingdruk in Etten-Leur zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde van het vorig jaar. Het gaat hier dan om de onroerendezaakbelasting (OZB), rioolheffing en afvalstoffenheffing. De achtergrond van dit kengetal is dat wanneer er laag wordt gescoord ten opzichte van het gemiddelde er ruimte is om de lokale lasten te verhogen om eventuele financiële tegenvallers op te vangen of nieuw beleid te realiseren. Het streven van Etten-Leur om bij de 5 goedkoopste gemeenten van West-Brabant te behoren zien we ook terug in dit kengetal. In 2019 zit Etten‑Leur op 94% ten opzichte van het landelijk gemiddelde van 2018. Dit komt voornamelijk doordat we de kosten voor riool en afval zo laag mogelijk houden en de OZB alleen met de indexering verhogen.