Toelichting financiële ontwikkelingen
Onderwerp | Toelichting |
---|---|
1. Inzet post onvoorzien voor Streekomroep | Voor het opstarten van de Stichting Streekomroep West-Brabant is een extra bijdrage nodig. Hiervoor gebruiken we de post onvoorzien. |
2. Implementatie nieuw beleid Huishoudelijke ondersteuning | Voor een zorgvuldige invoering van het nieuwe beleid voor Huishoudelijke Ondersteuning (persoonsgebonden budget) nemen we een bedrag op in de begroting. Hiervoor hevelen we dit bedrag over naar programma 3. |
3. Bedrijfsvoeringskosten CJG | De bedrijfsvoeringskosten van het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) stonden verantwoord op het budget van het CJG. We namen het CJG over en daarom voegen we de bedrijfsvoeringskosten nu toe aan de overige gemeentelijke bedrijfsvoeringsbudgetten. Dit betekent een overheveling van programma 3 naar programma 1. |
4. Vacature raadsadviseur | De functie van raadsadviseur vulden we later in. |
5. Bestuurswijzigingen | Bij het opstellen van de begroting voor 2018 was niet voorzien dat vier leden van het college (burgemeester en twee wethouders) en de gemeentesecretaris/directeur in de loop van 2018 hun functie zouden neerleggen. De kosten voor de afscheids- en welkomstrecepties maakten we in 2018. Voor de kennismaking met de nieuwe gemeentesecretaris en het afscheid van een wethouder nemen we in 2019 extra kosten op. |
6. Wachtgeld wethouders | Na de gemeenteraadsverkiezingen namen we afscheid van twee wethouders. Hierdoor onstond een wachtgeldverplichting. |
7. Vacature gemeentesecretaris | Op 31 augustus namen we afscheid van de gemeentesecretaris. We verwachten dat de nieuwe gemeentesecretaris start op 1 december 2018. |
8. Voorziening APPA | RAET berekende voor ons de hoogte van de voorziening Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers (APPA). |
9. Inventarisatie nieuw beleidskader | In 2021 starten we met een inventarisatie voor een nieuw beleidskader. |
10. Ambitie dienstverlening | In 2018 startten we diverse nieuwe projecten (onder andere parkeervergunningen). We ronden deze projecten in 2019 af. Hierdoor verschuiven de kosten een jaar . |
10. Reserve ambitie dienstverlening | We onttrekken meer aan de reserve ambitie dienstverlening door de hogere kosten in 2018. |
11. Dienstverlening derden | Bij de dienstverlening aan derden houden we rekening met een risico opslag voor onvoorziene omstandigheden (bijvoorbeeld vervanging bij ziekte). We maken de inschatting dat deze risico's zich beperkt voordoen in 2018. |
12. Waarderen naar oppervlakte | Voor de WOZ gaan we over op waarderen naar gebruiksoppervlakte. Samen met de Belastingsamenwerking West-Brabant maken we hiervoor incidentele kosten. Het grootste deel van de werkzaamheden vindt plaats in 2019. |
13. Onroerendezaakbelasting (OZB) | De leegstand bij niet-woningen is lager dan begroot. Ook is de waardeontwikkeling bij woningen hoger dan het gehanteerde uitgangspunt bij de belastingverordeningen. |
14. Post onvoorzien | Het restant van de post onvoorzien zetten we in voor de dekking van het negatieve saldo van deze tweede bestuursrapportage. |
15. Voorziening dubieuze debiteuren | Op basis van het huidige debiteurenbestand actualiseerden we de voorziening dubieuze debiteuren. Om de voorziening op peil te houden storten we € 70.000 extra in deze voorziening. |
16. Algemene uitkering (meicirculaire) | Vanuit de meicirculaire 2018 passen we de raming voor 2018 met € 209.000 aan. Het bedrag wat we extra ontvangen bedraagt 1.010.000 en is opgenomen onder programma 1. Van dit bedrag reserveren we 801.000 voor het sociaal domein. Dat bedrag is opgenomen bij programma 3. |
17. Algemene uitkering (septembercirculaire) | De uitkering uit het gemeentefonds is lager. Dit komt vooral doordat het rijk minder uitgeeft. |
18. Personeelskosten | Door een aantrekkende arbeidsmarkt is een aantal vacatures lastig in te vullen. Hierdoor vullen we vacatures later in. |
19. Overig | Eén of meerdere afwijkingen, kleiner dan € 50.000. |